5 redenen waarom kleincellige longkanker zo moeilijk te behandelen is - Ons verhaal | AbbVie
Skip to main content

5 redenen waarom kleincellige longkanker zo moeilijk te behandelen is

Het enige dat men vandaag kan zeggen over longkanker, of kleincellige bronchitis, is dat er in de laatste 15 jaren weinig therapeutische innovaties plaatsgevonden hebben. Eén enkele therapie toonde een verhoogde levensverwachting, maar met een representativiteit van slechts 10 à 15% van longkankers, kreeg dit weinig aandacht in medische publikaties. Deze aggressieve vorm van longkanker treft hoofdzakelijk rokers of oud-rokers met een levensverwachting van 5 jaar en dit voor nauwelijks 2% van de patiënten.

Vijf redenen waarom kleincellige longkanker zo moeilijk te behandelen is, alsook een inkijk in innovatieve onderzoekspistes:

1. Moeilijke screening

In tegenstelling tot borstkanker screening via mammografie of longkanker via coloscopie is screening op bronchiale kanker niet wijdverspreid.
 


2. Een snelle ontwikkeling

 

De meeste longkankers zijn aggressief, met meestal uitzaaiingen naar andere delen van het lichaam. Gezonde longcellen worden geinfecteerd volgens twee grote categoriën. Om een voertuigmetafoor te gebruiken kan men stellen dat of de “remmen” het begeven of het motortoerental op hol slaat. In sommige gevallen gaat het om beiden.

3. Stand van zaken tijdens diagnose

Kleincellige longkanker reageert initieel goed op radio- en chemotherapie met een vermindering van de symptomen en een verkleining van de tumoren. Een mysterie blijft echter onopgelost: de kanker ontwikkelt resistentie tegen de behandelingen en komt na verloop van tijd terug4.

Kleincellige bronchiale kanker ontwikkelt zich snel en de symptomen lijken onschadelijk voor ze verergeren. TIjdens de diagnose blijkt de meerderheid van patiënten al in een vergevorderd stadium van de ziekte, met een lage overlevingskans tot gevolg.

4. Resistent tegen behandelingen

Kleincellige longkanker reageert aanvankelijk goed op radiotherapie en chemotherapie met een verbetering van de symptomen en een krimping van de tumor. Het blijft een onopgelost vraagstuk waarom SCLC op een gegeven moment resistentie ontwikkelt tegen deze behandelingen en uiteindelijk recidiveert4

5. Noodzaak aan nieuwe behandelingen om het therapeutisch aanbod te vervolledigen

Zo goed als alle patiënten met kleincellige longkanker hervallen na een eerstelijns behandeling, zoals chemotherapie. Maar er bestaat slechts één enkele optie, goedgekeurd door het Europees Geneesmiddelen Agentschap (EMA), voor tweedelijnsbehandeling. Een derdelijnsbehandeling is er niet.

AbbVie bestudeert nieuwe benaderingen om de verdere ontwikkeling van de kanker te vertragen. Eén van deze behandelingen bestaat erin een enzeem genaamd polymerase (PARP) te blokeren teneinde het herstel van het abnormale DNA van deze kankercellen te verhinderen. Zonder remming van dit enzeem kunnen de kankercellen zich herstellen en verder verspreiden. Door het enzeem te blokeren zou de chemotherapie, die het DNA van de kankercellen aantast, efficienter kunnen zijn.

Een andere mogelijke oplossing zou kunnen gevonden worden in de DLL3 proteïne die zich enkel aan de buitenkant van de tumorcellen bevindt. Cytotoxinen (moleculen die kunnen worden geassimileerd met chemotherapie) kunnen zich enten op een antilichaam dat de DLL3 proteïne herkent. Deze medicatie kan zo de tumorcellen met DLL3 herkennen en ze aan de basis vernietigen.

Naast AbbVie, versterken wetenschappers continu hun inzicht in kleincellige longkanker en bestuderen nieuwe behandelingsmethodes. Denk aan immunotherapie gebruikt tegen andere kankertypes als niet-kleincellige longkanker. Deze therapie richt zich op een reactivatie van ons immuunsysteem, door het in staat te stellen om kankercellen te identificeren en te vernietigen. Studies onderzoeken nu de efficiëntie van deze immunotherapiën bij kleincellige longkanker, in samenwerking met andere behandelingen.

Ondanks dat kleincellige longkanker vandaag moeilijk te behandelen blijft, gaan onderzoekers tot het uiterste om via de meer dan 700 klinische studies nieuwe behandelingsmethodes op te sporen. AbbVie neemt hier het voortouw om echte innovaties te proberen aanbrengen en nieuwe perspectieven te openen in de strijd tegen deze vorm van kanker. 

Referenties:

1. Koinis, Filippos; Kotsakis, Athanasios; Georgoulias, Vasileios. Transl Lung Cancer Res. 2016 Feb; 5(1): 39–50. Small Cell Lung Cancer (SCLC): No Treatment Advances in Recent Years. Consulté le 13 novembre 2017.

2. American Cancer Society. Key Statistics for Small Cell Lung Cancer. Consulté le 13 novembre 2017 

3. American Cancer Society. Small Cell Lung Cancer Survival Rates, by Stage. Consulté le 13 novembre 2017 

4. Yu-Juan Jin, Chao Zheng, Hong-Bin Ji. Recent Advances in Cancer Research and Therapy, 2012. 20.8. Perspective. Molecular and Cellular Characteristics of Small Cell Lung Cancer: Implications for Molecular-Targeted Cancer Therapy.
 

AbbVie sa/nv - BE-ABBV-200134 (v.2.0) - March 2022